Heden, de januari tweeduizendtwee, op verzoek van:
SLOBODAN MILOSEVIC, wonende te Belgrado, Federale Republiek Joegoslavië, thans verblijvende te Scheveningen, gemeente Den Haag,
te dezer zake woonplaats kiezende te 's-Gravenhage aan de Valkenboslaan 72, ten kantore van Mr. A.B.B. Beelaard, die tot procureur wordt gesteld,
heb ik,
krachtens mij verstrekte mondelinge last van de E.A. Heer Voorzieningenrechter bij de Rechtbank te Den Haag,
IN KORT GEDING GEDAGVAARD:
1.HET INTERNATIONAAL TRIBUNAAL VOOR DE VERVOLGING VAN PERSONEN VERANTWOORDELIJK VOOR ERNSTIGE SCHENDINGEN VAN HET INTERNATIONAAL HUMANITAIR RECHT OP HET GRONDGEBIED VAN HET VOORMALIGE JOEGOSLAVIE SEDERT 1991, IN RECHTE VERTEGENWOORDIGD DOOR DE GRIFFIER, gevestigd en kantoor houdend te Den Haag, Churchilplein 1, aldaar mijn exploit doende, sprekende met en afschrift dezes latende aan :
2.DE STAAT DER NEDERLANDEN (DE MINISTER VAN JUSTITIE EN DE PRESIDENT VAN DE RECHTBANK TE DEN HAAG), zetelend te 's-Gravenhage aan de Kazernestraat 52, ten parkette van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, aldaar mijn exploit doende, sprekende met en afschrift dezes latende aan:
Met de aanzegging om te verschijnen in persoon, dan wel vertegenwoordigd door een procureur,
OM :
op dinsdag twaalf februari tweeduizendtwee, des middags om
13.30 uur, te verschijnen ter terechtzitting van de Voorzieningenrechter bij de Rechtbank te Den Haag, alsdan rechtdoende in kort geding, gehouden wordende in het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag;
TENEINDE :
Namens mijn verzoeker als eiser te horen concluderen:
1.Aangezien in het vonnis in kort geding van 31 augustus 2001 inzake Milosevic tegen de Staat der Nederlanden door de President van de Haagse Rechtbank onder 3.4. wordt overwogen:
"Eiser heeft verder betoogd dat het Tribunaal geen onafhankelijke en onpartijdige instantie is in de zin van art. 6 EVRM. In die stelling kan eiser evenmin worden gevolgd. Daargelaten dat het Tribunaal in zijn handelen gebonden is aan tal van voorschriften waarin uitvoerig en gedetailleerd tal van voorschriften ter zake van de bescherming van de rechten van de verdachte zijn vastgelegd, moet worden vastgesteld dat ook het Europees Hof voor de rechten van de mens (EHRM) inmiddels van oordeel is dat het tribunaal alle ter bescherming van de rechten van verdachte noodzakelijke voorzieningen biedt, waaronder die van onpartijdigheid en onafhankelijkheid (EHRM 4 mei 2000 inzake Naletilic vs Kroatië (Appl. no. 51891/99). Voornoemd betoog kan derhalve eiser evenmin baten.";
2.Aangezien enig oordeel dat het zogenaamde tribunaal op gelijke voet als het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten rechtsbeschermende voorzieningen biedt onjuist is, maar een en ander door eiser in eerste instantie verder aan de orde gesteld zal worden rechtstreeks bij het Europese Hof voor de rechten van de mens;
3.Aangezien dan ook de vraag of er sprake is van adequate rechtsvoorzieningen temidden van de 'tal van voorschriften', die getroffen zouden zijn, voor dit moment buiten het onderhavige toetsingskader kan blijven;
4.Aangezien het echter natuurlijk niet alleen gaat om formele rechtsbescherming, maar ook om de vraag of de betrokken mensenrechten ook inhoudelijk en daadwerkelijk bescherming ondervinden;
5.Aangezien hiervan op essentiële onderdelen geen sprake is en het tribunaal zich schuldig maakt aan op grove schending van de mensenrechten van eiser;
6.Aangezien, voor dit moment, de belangrijkste daadwerkelijke schending van mensenrechten waartegen eiser
rechtsbescherming wil inroepen, is de schending van zijn mogelijkheden om de voorlopige klacht die hij op 20 december 2001 bij het Europese Hof voor de rechten van de mens heeft ingediend verder te implementeren;
7.Aangezien eiser daarbij rechtshulp van zijn advocaten niet kan ontberen;
8.Aangezien artikel 3, eerste en tweede lid, van het European Agreement relating to persons participating in proceedings of the European Commission and Court of Human Rights onder meer bepaalt:
"1. The Contracting parties shall respect the right of the persons referred to in paragraph 1 of Article 1 of this Agreement to correspond freely with the Commission and the Court."
en:
"2. As regards persons under detention, the exercise of this right shall in particular imply that:
(..)
c. such persons shall have the right to correspond, and consult out of hearing of other persons, with a lawyer qualified to appear before the courts of the country where they are detained in regard to an application to the commission, or any proceedings resulting therefrom."
9.Aangezien eiser opdracht heeft
gegeven aan een internationaal team van advocaten om hem de noodzakelijke
rechtsbijstand te verlenen terzake van deze procedure voor het Europese Hof voor de rechten van de mens en 'any proceedings resulting therefrom' in de zin van de hierboven geciterde Agreement, bestaande uit Mr. N.M.P. Steijnen, Nederland; Mr. Z. Tomanovic, Joegoslavë; Prof. Mr. A. Tremblay, Québec, Canada; Prof. Mr. M.N. Kouznetsov, Rusland; Mr. D.M. Ognjanovic, Joegoslavië; Prof. Mr.A. Bernardini, Italië , Mr. Ch. Black, Canada en Mr. Jaq. Verges, Frankrijk;
10.Aangezien het zogenaamde tribunaal echter weigert dit team zijn werk te laten doen en aan elk van de betrokken advokaten een onbelemmerde en vertrouwelijke communicatie met eiser ontzegt;
11.Aangezien de weigering van de zijde het zogenaamde tribunaal om welke advocaat in welke procedure dan ook een onbelemmerde en vertrouwelijke communicatie met eiser te verlenen reeds is aangekaard op het hoogste niveau van het marionetten-tribunaal, in de vorm van een sommatie aan het adres van de President Mr. Claude Jorda van dit zogenaamde rechtsinstituut, welke sommatie bij brief van deze President d.d. 21 augustus 2001 middels de volgende bewoordingen van de hand werd gewezen:
"I wish to inform you that the rights of the detainees to receive visits fall within the (...) Rules 60 to 66 of the Rules of Detention."
Deze sectie van de zogeheten Rules of Detention reguleert de communicatie van gedetineerden met familieleden, vrienden en andere niet-geprivilegeerde bezoekers.
Door zijn verwijzing naar deze regels gaf deze hoogste autoriteit van het marionetten-tribunaal impliciet, maar op niet mis te verstane wijze, als zijn oordeel te kennen dat, ook als het aan hem ligt, advokaten van eiser, in welke hoedanigheid dan ook Mr. Milosevic vertegenwoordigend, elke vorm van vertrouwelijke communicatie met Mr. Milosevic onthouden zou moeten blijven worden;
12.Aangezien, zoals ook al in de sommatie van 10 januari 2002, die deel uitmaakt van de stukken in het onderhavige kort geding en daartoe aan deze dagvaarding wordt gehecht teneinde mede te worden betekend, wordt aangegeven, het marionetten-tribunaal inmiddels een naam heeft op te houden als het erom gaat elke vorm van
rechtshulp en rechtsbijstand van de zijde van door Mr. Milosevic aangewezen rechtshulpverleners zo effectief mogelijk te frustreren;
13.Aangezien dit opwerpen van zo veel mogelijk blokkades zonder onderscheid zowel rechtshulpverleners treft die Mr. Milosevic vertegenwoordigen in strafrechtsprocedures en civiele procedures in Joegoslavië, als rechtshulpverleners die hem vertegenwoordigen in civiele procedures hier in Nederland en rechtsadviseurs die hij wil raadplegen ter voorbereiding op het proces waaraan het marionetten-tribunaal hem wenst te onderwerpen;
14.Aangezien deze blokkades, zoals ook blijkt uit de in deze sommatie van 10 januari 2002 opgenomen getuigenissen van onder meer de advokaten Mr. Nico Steijnen en Mr. Ramsey Clark, alsmede de ervaringen opgedaan door de advokaat Mr. Christian Black, onder meer de vorm aannemen van willekeur bij toelating tot Mr. Milosevic, chicanes indien toelating zou zijn verleend, het verbieden van uitwisseling van documenten en rechtsstukken, het verduisteren en achterhouden van per post verzonden brieven en documenten, uitsluiting van door Mr. Milosevic aangewezen rechtsadviseurs, 'aanwijzing' van vaste rechtsadviseurs die voor noch een dergelijke rol door Mr. Milosevic waren gevraagd, noch daaromtrent door het zogenaamde tribunaal op enigerlei wijze waren geraadpleegd, enzovoorts;
15.Aangezien dit alles er evident
op gericht is om het fundamentele recht van Mr. Milosevic om de
rechtsprocedures waarin hij gewikkeld is zo goed mogelijk te voeren
zoveel mogelijk te frustreren, zolang hij de rechtmatigheid en legitimiteit van het marionetten-tribunaal niet erkent;
16.Aangezien hiermee, voor elk der betrokken rechtsprocedures - d.w.z. zowel de strafrechtsprocedures en civiele procedures die tegen hem in Joegoslavië worden gevoerd, als de civiele procedure die hij tegen de Nederlandse Staat voert, alsmede ook de rechtsprocedure die hij heeft geentameerd bij het Europese Hof voor de rechten van de mens en tenslotte ook de rechtszaak die het marioneten-tribunaal tegen hem denkt te mogen voeren -, geldt hetgeen door Mr. Ramsey Clark wordt verwoord in zijn brief van 17 november 2001, waarin deze afstand neemt van de brutale poging van het marionetten-tribunaal om hem, buiten Mr. Milosevic en hemzelf om, zogenaamd aan te wijzen tot 'vaste juridische adviseur', zoals al eerder geciteerd in de sommatie van 10 januari 2002:
"His ability to prepare his defense has been severely damaged by the tactics of the registrar designed to violate his rights and damage his defense."
17.Aangezien het zogenaamde tribunaal hiermee, wat betreft ieder van deze rechtsprocedures, handelt in strijd met het 'right to a fair trial';
18.Aangezien het zogenaamde tribunaal meer in het bijzonder wat betreft de tegen eiser gevoerde strafzaken, waaronder de zogenaamde strafrechtsprocedure die het tribunaal zelf tegen Mr. Milosevic meent te mogen entameren, dit 'right to a fair trial' schendt door te handelen in strijd met hetgeen nader wordt bepaald in artikel 6, derde lid, onder b en c EVRM en artikel 14, derde lid, onder b, van het IVBPR, luidende respectievelijk:
Artikel 6 EVRM
3. Everyone charged with a criminal offence has the following minimum rights:
b.to have adequate time and facilities for the preparations of his defence;
c.to defend himself in person or through legal assistance of his own choosing (...).
Artikel 14 IVPR
3.In the determination of any criminal charge
against him, everyone shall be entitled to the following minimum guarantees, in full equality:
(b)To have adequate time and facilities for the preparation of his defence and to communicate with counsel of his own choosing ;
19.Aangezien van 'adequate facilities for the preparation of his defence' onder de door het marionetten-tribunaal gecreëerde condities natuurlijk volstrekt geen sprake kan zijn;
20.Aangezien van 'to communicate with counsel of his own choosing' al evenzeer in de verste verte geen sprake is;
21.Aangezien, door de dwangmaatregelen, chicanes en blokkades van de zijde van dit marionetten-tribunaal, van het recht van Mr, Milosevic 'to defend himself' al evenzeer geen spaan wordt heel gelaten;
22.Aangezien het nu wel zo kan zijn dat de Veiligheidsraad in het Statuut voor het marionetten-tribunaal in artikel 21, vierde lid onder meer heeft bepaald:
"4.In the determination of any charge against the accused pursuant the present Statute, the accused shall be entitled to the following minimum guarantees, in full equality:
(b)to have adequate time and facilities for the preparation of his defence and to communicate with counsel of his own choosing",
maar dit zogeheten tribunaal klaarblijkelijk niet genegen is om zich aan deze regeling ook maar iets gelegen te laten liggen;
23.Aangezien trouwens dit marionetten-tribunaal er een gewoonte van maakt om de eigen regelgeving aan zijn laars te lappen, hetgeen het meest schrijnend tot uitdrukking komt in de bevoegdheid die deze organisatie zich aanmeet om, indien door het tribunaal verdachte personen - in hoofdzaak van Servische afkomst - in Bosnië zichzelf niet vrijwillig presenteren bij dit zogenaamde tribunaal in Den Haag, of niet worden uitgeleverd, deze personen middels NAVO-posses te overmeesteren en te ontvoeren op last van dit tribunaal;
24.Aangezien een en ander geheel in strijd is met niet alleen het fundamentele rechtspricipe dat iedereen die uitgeleverd dreigt te worden het recht heeft om zich terzake tot de onafhankelijke rechter te wenden - een recht dat terzake van 'surrender' aan het Joegoslavië tribunaal ook door de Nederlandse wetgever voluit wordt erkend -, maar ook flagrant in strijd is met de procedures, voorgeschreven door het tribunal zelf, zoals Rule 61 van de Rules of Procedure and Evidence, welke eigen regelgeving in alle gevallen in laatste instantie bij weigering om een verdachte uit te leveren verwijst naar rapportering aan de Veiligheidsraad, punt uit;
25.Aangezien, in plaats daarvan, het zogeheten tribunaal zich schuldig maakt aan eigenrichting en, geheel arbitrair, het recht claimt van 'hunting down' van de gezochte verdachten, waartoe dit tribunaal zelfs een overeenkomst heeft gesloten met zijn werkelijke meester, de Verenigde Staten;
26.Aangezien als gevolg van dit wetteloze optreden van het tribunaal, in samenzwering met de Verenigde Staten en andere NAVO-krachten in Bosnië, reeds een aantal onschuldige personen gedood en gewond zijn geraakt. Dit betreft dan niet alleen niet-verdachte personen, die bij dergelijke wild west-vertoningen, geinspireerd door het marionetten-tribunaal, zijn gedood of gewond geraakt, maar ook een aantal verdachte personen, die evenzeer voor onschuldig moeten worden gehouden, nu hun schuld nimmer is bewezen;
27.Aangezien daarmee volstrekt duidelijk is dat het zogenaamde tribunaal in hoge mate lak heeft aan de eigen regelgeving en zich in cruciale opzichten gedraagt als een middeleeuwse absoluut heerser, zodat de Nederlandse rechter er niet louter mee kan volstaan enkel te onderzoeken of en in hoeverre er 'tal van voorschriften' zijn 'waarin uitvoerig en gedetailleerd tal van voorschriften terzake van de bescherming van de rechten van de verdachte zijn vastgelegd', zoals door Pres. Rb. Den Haag overwogen bij uitspraak in kort geding van 31 augustus 2001, maar deze ook - en wel tenminste minimaal - dient te toetsen of het marionetten-tribunaal zich wel iets aan die regels gelegen laat liggen. Temeer nu er karrevrachten 'prima facie evicence' is dat dit in cruciale opzichten volstrekt niet het geval is;
28.Aangezien immers niet valt in te zien waarom de Nederlandse rechter het wél tot zijn taak zou moeten rekenen om te onderzoeken of en in hoeverre er bij het zogenaamde tribunaal 'tal van voorschriften zijn waarin (...) de bescherming van de rechten van de verdachte zijn vastgelegd', maar zich ontslagen zou dienen te achten van de taak om tevens te bezien of deze 'voorschriften' wel minimaal in acht worden genomen;
29.Aangezien immers artikel 1 EVRM bepaalt:
"The High Contracting Parties shall secure to everyone within their jurisdiction the rights and freedoms defined in Section I of this Convention",
en artikel VI lid 2 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de zetel van het Internationaal Tribunaal voor de vervolging van personen verantwoordelijk voor ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht op het grondgebied van het voormalige Joegoslavië sedert 1991 bepaalt:
"Except as otherwise provided in this Agreement or in the General Convention, the laws and regulations of the host country shall apply on the premises of the Tribunal",
zodat onomstreden is dat volledige handhaving van de Nederlandse jurisdictie regel is, zelfs in de ruimtes ter beschikking gesteld aan het marionetten-tribunaal, waarmee vast staat dat Nederland, als 'High Contracting Party' in het kader van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, althans in beginsel verantoordelijkheid blijft dragen 'to secure to everyone the rights and freedoms defined in section I of the Convention', ook binnen 'the premises of the Tribunal';
30.Aangezien er evenmin een regeling bekend is conform artikel VI lid 3 aanhef van de zetelovereenkomst, luidende:
"The tribunal shall have the power to make regulations operative on the premises of the Tribunal for the purpose of establishing therein the conditions in all respects necessary for the full execution of its functions",
waarin door het marionetten-tribunaal is bepaald dat de verantwoordelijkheden die artikel 1 EVRM oplegt aan Nederland als 'High Contracting Party' inzake het veiligstellen van de mensenrechten, binnen de ruimtes van het tribunaal niet van toepassing moeten worden geacht, zodat ook daarom de Nederlandse verplichtingen terzake als onverlet moeten worden aangemerkt;
31.Aangezien de totale ontrechting die het marionetten-tribunaal op het stuk van de mensenrechten teweeg brengt deze organisatie bovendien ook in de verste verte niet de statuur geeft om de behartiging van de bescherming van de mensenrechten, waar dan ook, van Nederland als 'High Contracting Party' als het ware te kunnen 'over nemen';
32.Aangezien daarenboven ook de Nederlandse rechter terzake van schendingen van mensenrechten, als beschermd in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, een duidelijke taak heeft, zijnde onmiskenbaar de 'national authority' in de zin van artikel 13 EVRM, dat immers luidt:
"Everyone whose rights and freedoms as set forth in this Convention are violated shall have an effecetive remedy before a national authority notwithstanding that the violation has been committed by persons acting in an official capacity."
33.Aangezien ook hier geldt dat er geen enkele regeling in de zin van artikel VI lid 3 van de Zetelovereenkomst bestaat, waarin het marionetten-tribunaal zou hebben geprobeerd te bepalen dat de toevlucht tot de nationale rechter zou zijn afgesneden voor personen in de beweerdelijke rechtsmacht van het tribunaal, zodat ook hier alleen al op die grond moet worden aangenomen dat deze verdragsbepaling, behelzende de waarborging van een fundamenteel mensenrecht, in alle opzichten onverlet is gebleven;
34.Aangezien dan ook de Nederlandse rechter zich ook hier niet kan onttrekken aan de verplichtingen die het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens hem oplegt terzake van het bieden van een toevlucht voor een ieder wiens mensenrechten worden geschonden, en al helemaal niet indien prima facie van een ernstige schending door het marionetten-tribunaal blijkt;
35.Aangezien de Staat en de Nederlandse rechter derhalve hun verplichtingen terzake onverkort hebben na te komen en zij dan ook in het onderhavige kort geding gedagvaard worden, maar voor het geval zij - gelet op eerdere
standpuntbepaling - met de vinger wijzen naar het marionetten-tribunaal als de aan te spreken instantie, ook dit zogenaamde tribunaal in het onderhavige geding wordt betrokken;
36.Aangezien het immers voor eiser betrekkelijk irrelevant wie van de drie zich verantwoordelijk stelt voor de nakoming alsmede het veilig stellen van zijn mensenrechten en het tegengaan schendingen hiervan - de Nederlandse Staat, de Nederlandse rechter of het marionetten-tribunaal - als een van de drie tenminste maar een einde maakt aan de voortdurende schendingen van zijn recht op 'fair trial', waaraan hij nu al vanaf het eerste begin van zijn opsluiting in Scheveningen onderhevig is;
37.Aangezien het marionetten-tribunaal, blijkens verklaringen van eigen voormalige hoge functionarissen, er niet voor terugdeinst om, omwille van politieke opportuniteit, mensen jarenlang van hun vrijheid te beroven tegen wie het eigenlijk geen zaak heeft, daarmee opnieuw demonstrerend lak te hebben aan fundamentele mensenrechten en reeds op zichzelf een ernstig gevaar te vormen voor de rechtsorde.
38.Aangezien immers naar aanleiding van de recente uiteindelijke vrijlating van de Bosnische Kroaten Zoran, Mirjan en Vlatko Kupreskic door de toenmalige aanklager bij het marionetten-tribunaal Franck Terrier onder meer is verklaard, zoals weergegeven in de NRC van 29 december 2001:
"Het tribunaal was er nog niet zo lang toen deze mannen werden aangeklaagd. Het bestaansrecht moest nog bewezen worden. De hoofdaanklager had aanklachten nodig."
En voorts:
"Het was niet erg bevredigend om deze zaak te doen. In Frankrijk, en ik denk ook in Nederland, was dit nooit een zaak geweest."
39.Aangezien in dit artikel, waarin de toenmalige aanklager Terrier de jarenlange detentie en aanvankelijke veroordeling van deze betrokkenen aanduidt als een 'vergissing', 'verklaarbaar' uit de hierboven genoemde motieven, ook nog eens wordt aangegeven hoe het gesteld is met de zogenaamde rechterlijke onafhankelijkheid bij dit kangaroo court:
"Mirjan Kupreskic zegt in een gesprek met deze krant dat ze geluk hebben gehad met de vrijspraak. Hun veroordeling was uitgesproken door rechters met veel gezag in het tribunaal: de vroegere president Cassese en de Brit Richard May, die nu zaak tegen Slobodan Milosevic doet. In hoger beroep werd hun zaak behandeld door een Amerikaanse rechter. Mirjan Kupreskic: "Omdat zij Amerikaanse is, durfde ze tegen hen in te gaan. Een Marokkaan had dat niet gedurfd."
40.Aangezien dit marionetten-tribunaal kennelijk - althans figuurlijk - het motto is toegedaan dat ook opgeld deed bij de Amerikaanse kangaroo courts die rondtrokken in Japan kort na de definitieve beëindiging van de Tweede Wereldoorlog, en die ten aanzien van toenmalige Japanse verdachten van de lagere echelons het devies huldigden: "We give them a fair trial and after that we hang them high.";
41.Aangezien een organisatie die met de Verenigde Staten een overeenkomst meent te mogen afsluiten om, in weerwil van de eigen regels, eigenrichting toe te kunnen passen buiten de Veiligheidsraad om door middel van het inzetten van posses tegen beweerdelijke verdachten op het territoir van het voormalige Joegoslavië, waarbij al herhaaldelijk onschuldig bloed heeft gevloeid, ook in rechte ter verantwoording dient te kunnen worden geroepen voor gepleegde mensenrechtenschendingen binnen Nederlands territtoir, en zeker als in artikel 1 lid 1 van de Zetelovereenkomst ook nog eens uitdrukkelijk wordt bepaald:
"The tribunal shall posses in the host country full juridical personality. This shall, in particular, include the capacity:
c) to institute legal proceedings";
42.Aangezien het immers , vanuit het oogpunt van de noodzakelijke Rule of Law, al genoegzaam onduldbaar is dat voor iedereen die bij dit zogeheten tribunaal betrokken is immuniteit van strafvervolging bedongen is, zodat iedere tribunaal-functionaris, hoezeer ook eventueel de rechten van de personen die aan het pseudo-tribunaal zijn overgeleverd schendende, terzake gevrijwaard is van welke strafrechtelijke verantwoordingsplicht dan ook;
43.Aangezien er geen schijn van reden is om aan te nemen dat grovelijke schendingen van fundamentele rechten door tribunaal-functionarissen niet aan de orde zouden kunnen zijn, doch - integendeel - van zulke schendingen al herhaaldelijk sprake is geweest, nu al meerdere personen, als gevolg van medische verwaarlozing en/of onverantwoord medisch handelen in de cellen van het marionetten-tribunaal zijn overleden. Zoals het geval van de Bosnische Serviër Dr. Milan Kovacevic, overleden in zijn cel op 1 augustus 1998, waaromtrent door de onlangs in vrijheid gestelde Bosnische Kroaten Zoran Kupreskic, Vlatko Kupreskic en Mirjan Kupreskic in de NRC van 29 december 2001 als volgt wordt verhaald:
"De andere gevangenen hadden hem 's avond om elf uur horen jammeren, vertelt Mirjan. Ze probeerden de aandacht te trekken van de bewakers, maar pas 's nachts kwam er een arts. Hij dacht dat Kovacevic pijn had aan zijn nieren en gaf hem medicijnen. Mirjan: "Niemand van ons heeft die nacht geslapen". De volgende ochtend overleed hij, Mirjan en Zoran waren erbij. Later bleek dat Kovacevic was doodgegaan aan een slagaderlijke bloeding in zijn buik. Al bij zijn aankomst in Den Haag was vastgesteld dat hij een slagaderzwelling had, maar volgens het tribunaal was hij fit genoeg om terecht te staan."
44.Aangezien de advocaat van de nabestaanden van dr. Milan Kovacevic, Mr. Dusan Vucicevic, Attorney-at-Law in Oakland Terrace, IL in the de Verenigde Staten, die een poging heeft ondernomen om functionarissen van het marionetten-tribunaal aansprakelijk te stellen voor de dood van zijn cliënt, maar daarbij vooralsnog is afgestuit op de immuniteit die voor alle betrokkenen is bedongen, hierover schrijft in een van zijn op deze zaak betrekking hebbende documenten, allereerst met betrekking tot dr. Kovacevic zelf:
"Dr. Kovacevic, who was anesthesiologist, trained in Dusseldorf, Germany, used to say to me: 'I am not afraid of the judges since I know that I am not responsible for what went on in Bosnia but this ignorant prison's GPs will kill me'."
En over zichzelf schrijft deze advocaat, die ook voor dr. Kovacevic optrad als advocaat bij het marionetten-tribunaal, in datzelfde document:
"I am also a physician and have been practising anesthesiology since 1974 in the United States where I attained the rank of Assistant Professor of Anesthesiology at Rush Medical School in Chicago before I turned to practise law in the late eigthies."
Hij geeft verder aan in het betrokken document:
"Dr. Kovacevic has died as direct result of negligence of Dutch prison physicians who failed to entertain a diagnosis that patient's condition was possible rupture of the abdominal aneurysm a condition, which was diagnosed in February of 1998. As a matter of medical prudence and safe practice a patient with known abdominal aneurysm who develops pain in the abdomen must be first ruled that the aneurysm is not rupturing. This may only done by a specialist and the patient must have been referred to the hospital immediately."
En zijn conclusie luidt:
"Dr. Kovacevic suffered negligent homicide and no one should be extrajudically executed in Holland just because he is a Serb."
45.Aangezien dit niet het enige geval van ernstige medische verwaarlozing en/of onverantwoord medisch handelen door het marionetten-tribunaal is. De verantwoordelijken hebben zich echter voorzien van immuniteit voor elke strafrechtelijke konsekwentie, zodat langs deze weg de toegang naar elke willeleurige mensenrechtenschending door tribunaal-functionarissen wagenwijd open ligt en open blijft liggen;
46.Aangezien, nu elke strafrechtelijke correctie tegen individuen aan het marionetten-tribunaal verbonden afstuit op de immuniteit van strafvervolging, waarvan elke tribunaal-functionaris - van de hoogste rechter tot de geringste medewerker - zich voorzien heeft, het hek helemaal van de dam zou zijn indien ook het zogenaamde tribunaal als zodanig, ondanks het feit dat het als persona standi in iudicio volledige rechtspersoonlijkheid geniet, niet (ook) terzake van voortdurende mensenrechten-schendingen in rechte ter verantwoording zou kunnen worden geroepen;
47.Aangezien dit immers het zogenaamde tribunaal als geheel, alsmede iedere tribunaal-functionaris afzonderlijk, volledig en definitief ongrijpbaar zou maken voor iedere vorm van rechterlijke controle en correctie;
48.Aangezien immers dit, omgekeerd, zou impliceren dat personen die in handen van dit marionetten-tribunaal komen te vallen, aan de wilde spinnen overgeleverd zijn. Want wie maakt dan de onder het schijn-tribunaal ressorterende daders nog wat, in geval dat zij jegens de verdachten hun boekje ver te buiten gaan ? Niemand toch ? ;
49.Aangezien vanzelfsprekend de Nederlandse Staat en de Nederlandse rechter er niet aan kunnen meewerken dat ergens op Nederlands territoir een situatie zou bestaan van ontbreken van elke vorm van rechtsbescherming en van niet alleen volstrekte straffeloosheid voor schending van welke strafrechtelijke norm dan ook, maar zelfs van elke mogelijkheid van attributie van rechtsbescherming tegen welke vorm van ernstig onrechtmatige inbreuken op persoonlijke integriteit van de betrokken categorieën personen dan ook;
50.Aangezien het mitsdien van
tweeën één is: in het kader van individuele rechtsbescherming tegen mogelijke
rechtsschendingen door het zogenaamde tribunaal - dat op zich al een entiteit vormt waarbij de wetgevende, bestuurlijke en rechtsprekende macht zich in dezelfde handen bevinden, zodat daar mitsdien de sinds de Franse revolutie voor de rule of law noodzakelijk geachte waarborg van een scheiding der machten al geheel en al ontbreekt - dient in elk geval minimaal óf de Nederlandse Staat in rechte ter verantwoording te kunnen worden geroepen, óf het zogeheten tribunaal;
51.Aangezien inmiddels zowel uit de onder 11 reeds gememoreerde standpuntbepaling bij brief van 21 augustus 2001 als ook uit (het ontbreken van) de reactie op de sommatie in de onderhavige zaak duidelijk is gebleken dat ook het hoogste niveau van het marionetten-tribunaal, in de hoedanigheid van diens President, geen vrijwillige aanstalten maakt om een einde te maken aan de situatie dat de rechten van eiser in het kader van het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens ontoelaatbaar worden geschonden doordat hem immers terzake van zijn procedure voor het Europese Hof een onbelemmerde en vertrouwelijke communicatie met zijn advocaten wordt onthouden, zodat van enige interne procedure - zo iets dergelijks al mogelijk zou zijn -, gelet op dit reeds eerder door het hoogste echelon van het marionetten-tribunaal ingenomen standpunt, op dit punt niets te verwachten valt;
52.Aangezien terzake dan ook
alleen een toevlucht tot de nationale rechter overblijft, waarop de Nederlandse
rechter heeft te responderen, dit zelfs ongeacht of er nu wel of niet reeds,
zoals eerder al betoogd onder 28 t/m 35, in het algemeen een verdragsgebonden
verplichting bestaat voor de Nederlandse Staat - in het kader van artikel 1
EVRM -, en voor de Nederlandse rechter - in het kader van artikel 13 EVRM -, om
alles in het werk te stellen om schendingen van mensenrechten door het
schijntribunaal te voorkomen, dan wel te redresseren;
53.Aangezien, indien de Nederlandse rechter zich niettemin incompetent zou achten om terzake bevelen te geven aan de Nederlandse Staat of aan het marionetten-tribunaal, waarin aan hen beiden - of een van hen - een bepaalde inhoudelijke beslissing wordt opgelegd, hij in elk geval aan de beschermende taak die artikel 13 EVRM hem oplegt terzake van de waarborging van de mensenrechten dan toch tenminste minimaal de bevoegdheid - en daarmee in voorkomend geval de verplichting - ontleent om de Staat te bevelen - mede met het oog op de verplichtingen van artikel 1 EVRM voor de Staat als Hoge Verdragsluitende Partij -, met het zogeheten tribunaal rond de tafel te gaan zitten, teneinde althans een poging te doen om een oplossing te bereiken waarin het onderhavige recht van eiser wordt gewaarborgd;
MITSDIEN :
De Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag wordt verzocht om bij vonnis, voor zover mogelijk uivoerbaar bij voorraad:
te bevelen aan het ICTY en de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en de President van de Haagsche Rechtbank) om, binnen 48 uur na betekening van dit vonnis, met elkaar in overleg te treden, ten einde een oplossing te vinden waarbij, met betrekking tot de door Mr. Milosevic aangewezen advocaten in het kader van de procedure voor het Europese Hof voor de Rechten van Mens, een einde wordt gemaakt aan de voortdurende schending door het ICTY van 'the right to correspond, and consult out of hearing of other persons';
subsidiar
te bevelen aan de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en de President van de Haagsche Rechtbank) om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis, bij het ICTY erop aan te dringen om in overleg te treden, met als inzet een oplossing te vinden waarbij, met betrekking tot de door Mr. Milosevic aangewezen advocaten in het kader van de procedure voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, een einde wordt gemaakt aan de voortdurende schending door het ICTY van 'the right to correspond, and consult out of hearing of other persons';
met veroordeling van gedaagden in de kosten van het geding.
Met aanzegging dat bij verschijning ter zitting een vast recht verschuldigd is van 193 euro.